Ansichtkaarten

Amsterdam

Genealogie

 

 

Verzamelaarscollectief Charlotte Huiskes.  

 

Recepten

Fotobladen Rosita

Wouter Sterk

 

 

 HomeAnsichtkaartenStamreeksenReceptenRositaWouter SterkGerben D. WijnjaLinks
 

 

 

 

Gerben D. Wijnja

Wonen in Friesland

 

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 |

 

Pottenbakkerssteeg Joure  

Ik ben geboren in 1954 in Joure op een bijzonder plekje: de Pottenbakkerssteeg die haar naam ontleent aan het beroep van de pottenbakker die hier vroeger zijn ambacht uitoefende. 

Het huisje aan de sloot

Aan het eind van de Pottenbakkerssteeg in Joure stond mijn geboortehuisje, wat scheef weggezakt, en leunend tegen het woninkje van de buren. Het was een lange jammer van vier onder een kap van het onbeschoten kaliber. Dakpannen lagen zo op de panlatten die op juffers gespijkerd waren. Een koude bedoening was het daar op zolder waar ’s winters de sneeuw in een jacht naar binnen stoof. De muren waren halfsteens en de kozijntjes van hout met dunnen glazen waar de harde wind zo doorheen leek te waaien. Maar ze klaagden niet, de bewoners. Ze hadden een dak boven hun hoofd en na de oorlog was een periode van opbouw gestaag in gang gezet waardoor de woningnood eigenlijk best hoog was. Mijn ouders prezen zich gelukkig dat ze na hun huwelijk een “eigen” huisje tot hun beschikking hadden en niet bij pake en beppe in hoefden te trekken. Die woonden toen op het Zand.

Vlak voor mijn geboorte had het huisje een aansluiting op het elektrische net gekregen, als eerste van de vier onder een kap. Dat was een enorme vooruitgang. Mijn ouders hadden de techniek in huis gehaald waarmee je met slechts één knopje in de kamer het licht boven de tafel kon laten schijnen. Dat was nog eens wat anders dan de walmende pit achter glas en daarmee was het opwrijven van de lamp ook verleden tijd geworden, het dagelijkse schoonmaken en oppoetsen van de olielamp. Gelijktijdig was er een stopcontact aangelegd. Niet dat dat meteen gebruikt kon worden, want heit en mem hadden nog niet de beschikking over huishoudelijke apparatuur die daarop aangesloten kon worden. De vloer werd nog geveegd met veger en blik en het scheren ging nog met kwast en scheerschuim om maar een paar voorbeelden te noemen. Ze prijsden zich gelukkig met deze vooruitgang, want de rest van de “lange jammer” verlichtte het woonvertrek nog met lampen die op olie brandden.

Het laatste woninkje van de steeg had nog het voordeel van wat grond om huis. Toen pake en beppe hier nog woonden hadden zij daarop een hok getimmerd waarin de kookkachel stond. Ook bevond zich daar een kist waarin regelmatig een korf turven geleegd werd.
Opzij van het huis, langs de Schipsloot, stonden twee húskes, eentje voor twee gezinnen. Eens per week kwam de tontsjepream langszij. De tontsjeman trok een luik open, aan de onderkant van het húske, en trok vervolgens de volle ton naar zich toe. Als die tot de rand toe gevuld was, ging er wel eens wat over heen wat de mannen in de praam niks deed. Ze waren het gewend en ze waren erop gekleed. Een lege ton werd weer naar binnen geschoven waarna het luik weer op z’n plaats kwam en dan voeren de mannen weer verder.
De regenwaterbak die voor het huisje stond moest gedeeld worden met de drie buren. Aansluiting op de waterleiding was hier niet en werd ook niet gemist. Men wist niet beter. Als het water op was ging men met een emmer naar de put van de kerk. Vanaf het grote dak kon heel wat water worden opgevangen wat in tijden van droogte goed uitkwam. Uiteraard konden ze voor heel wat karweitjes in het huishouden terecht op het stap bij de sloot.
Naast de turfbak in het hok was een brandstofhok voor eierkolen en briketten getimmerd.
Bij mijn geboorte in 1954 had het buurtje een opwaardering ondergaan: elk huisje had z’n eigen húske aan de opvaart gekregen zodat de ton niet meer met de buren hoefde te worden gedeeld.

Het was maar een eenvoudig arbeiderswoninkje aan deze “lange jammer” waar heit en mem hun gelukkig samenzijn begonnen, maar het had het karakter van een echt volksbuurtje waar men jaren later nog met trots over sprak. Heit ving met zijn hengel wel eens een visje in de Schipsloot. Zittend aan de oever had hij een wijds uitzicht over het land met in de verte een vervallen, voormalige Zaanse pelmolen uit Westzaan die als papiermolen gebouwd was in 1692. In 1900 was die buiten werking gestelde molen over de woelige baren van de Zuiderzee overgebracht naar hier, omdat de oude molen in vlammen was opgegaan en molenaar Penninga een opvolger nodig had. Geen nieuwe, dat was te duur, maar eentje die voor afbraak werd aangeboden.

 

Penninga's Molen

 

Tegenover de lange jammer bevonden zich de tuintjes van het Armhuis, de earmhústún genaamd. Daar waren dagelijks oude mannetjes te vinden die het tuinwerk nog aankonden. Uren achtereen lagen ze op knieën te wroeten in de modder om etenswaar voor het Armhuis binnen te halen.  

Armhuis 

Boontjes malen voor den inmaak in het Armhuis te Joure

 

Eigenaar van dit rijtje van vier huisjes was ene De Jong die woonde in de Kakelsteeg, een armoedige zijsteeg van winkelstraat de Midstraat.

 Joure, de Kakelsteeg op een tekening van Johannes Elsinga uit 1954

Heit en mem huurden hun deel voor f 1,15 per week. De huurpenningen moesten ze er zelf elke week brengen. Een dochter van die De Jong, ze heette Rinskje, was overigens hoofd van de bewaarschool in de Midstraat. (te zien op de oude foto van de klompentram).

 

Klompentram in de Midstraat

 

Turven voor de kachel werden op een handkar in de steeg bij de woninkjes gebracht. Pake haalde ze overigens ook wel eens op, met een zak op z’n nek. Dat scheelde een paar centen, want meer was er in die armoedige tijd niet.
Naast ons woonde Hindrik de With, de vader van Piet de With. En die Piet werd enkele jaren later op de Bûtsingel weer onze buurman. Maar daarover verderop meer.

Via de deur betrad je een klein gangetje waarin soms een ladder stond die naar het duister van de zolder stond te gapen. De ladder lag echter meer opzij van het huisje dan dat hij gebruikt werd. Alleen als je echt boven moest zijn werd die naar binnen gehaald. Boven bevond zich een slaapstee voor de grote kinderen voor wie geen plaats meer was in de bedstee. Beneden in de kamer bevonden zich twee van die slaapplaatsen, eentje voor heit en mem en eentje voor de kleine kinderen. Als er meer kwamen verdwenen de oudsten naar zolder, zo was de gewoonte, maar als eerste kind speelde dat niet bij heit en mem. Aan het eind van dit gangetje bevond zich de deur naar een eenvoudig keukentje waar mem het eten klaarmaakte.

 

 

Koek- en zopietent 

Eerdere bewoners van ons huisje waren onder andere Durk en Anja Griek. Zij bestierden ’s winters een ijstentje als de kou het water had gestremd tot beschaatsbare banen. Dan werd er een leuke bijverdienste binnengehaald die zeer gewenst was. Ze werden in die hoedanigheid tot twee keer toe op een ansichtkaart voor eeuwig vastgelegd. We zien ze hier in hun tentje op het ijs. De hete drank die ze schonken was chocolademelk. Volgens mijn moeder heette de man trouwens Gerrit, maar ik kwam overal de naam Durk tegen. Het grappige is dat dit echtpaar heeft gewoond in het huisje waarin ik geboren ben, aan de Pottenbakkerssteeg in Joure.

 

De Jouster Toer

Het begin van de Pottenbakkerssteeg geeft uitzicht op dé icoon van Joure, de Jouster toer. Deze toren hoort bij de Hervormde kerk die van 1644 dateert. De toren is echter ouder. Op 8 augustus 1628 was de eerste steen gelegd door de toenmalige grietman Hobbe van Baerdt.  

Volgens mijn moeder woonde in de steeg ook Hollandse Mine. Op de foto met de Jouster toer zien we haar woninkje links achter het stekje. Later, ten tijde van de foto, woonde hier H. Meester. Daarnaast bevond zich toen het hok van de melkboer, daarvoor de opslag van winkelier Marten (Bril) Bosma en rechts zien we het huis van de familie Kramer. Tussen haar woninkje en dat van de winkelman op de hoek van de steeg en het Zand bevond zich ooit de pottenbakkerij waaraan het steegje haar naam te danken had.
Mine, officieel Wilhelmina de Kruif, kwam van Amsterdam en had zich hier met haar man Tjitte de Wrede (een Jouster die ze in Amsterdam had leren kennen) begin 1900 gevestigd. Na de dood van haar man (Spaanse griep) moest ze alleen het gezin, dat zes kinderen telde, draaiende houden. Ze stond te boek als werkster, maar bezorgde ook regeringsturf en bediende als brêgewipster het rustieke bruggetje naar de Torenstraat.  (Die staat op de oude bruine foto afgebeeld).

Ook was ze bôlekoerrinster net als mijn beppe.
In de dagen voor Sinterklaas en Kerst ging beppe op pad. ’s Morgens in alle vroegte stond de mand of korf al goed gevuld klaar en dan ging ze op reis langs de klanten. Beppe had vaste klanten op de Scheen en verder waren er de nodige kennissen in Joure die van haar afnamen. Ze ventte voor bakker De Boer uit de Torenstraat, ook wel Toerstege genoemd. Later liep ze ook voor bakker Wedzinga en Boonstra.  

 

Sinteklazekoerrinne

Zo noemde mijn beppe het venten met de Sinterklaasmand. Ik kwam een los aantekenbriefje tegen dat ik eens had geschreven toen ik op een avond bij beppe in het bejaardenhuis op bezoek was. Ik kwam daar regelmatig en hoorde de verhalen van vroeger altijd met veel genoegen aan.

Boven het briefje stond: “Omstreeks 1920”. Ze liep met een mand of een “tromp” die gevuld klaar stond als ze omstreeks 9 uur ‘s morgens bij de bakker binnen kwam. Ze liep niet alleen, want het aantekenbriefje vermeldt: “Twa frouwen, om de beurt, ek wol mei it juk.” Met andere woorden, de twee vrouwen gingen om beurten venten, en gebruikten daarbij wel een juk dat ze over de schouder hadden. Aan de uiteinden hingen de manden met lekkernijen voor het Sinterklaasfeest.
Beppe wist me ook de prijzen van toen te noemen: taaipot (12 cent), suikerhart (25 cent), ½ pond speculaas (25 cent), ½ pond pepernoten (12 cent), suiker- en speculaaspoppen (25 cent).

Op een dag verdiende ze een paar gulden. Het “ferfal”, kapot speculaas en dergelijke, kreeg ze mee naar huis voor de kinderen die er rijkhalzend naar stonden uit te kijken.

Beppe liep op klompen, net als de kinderen. Het waren witte klompen die gekocht werden bij Reade Ipe op ’t Zand. Witte klompen waren onbeschilderde klompen en die kostten 35 cent per paar. De zwart beschilderde gingen over de toonbank voor 50 cent. Ik kan me nog herinneren dat m’n moeder beppe smeekte om zwarte klompen, want die witte waren toch echt voor de armen en daar wilde ze eigenlijk niet onder geschaard worden. Helaas, ze kreeg geen zwarte. Daar was geen geld voor.

Het werkloon rond 1910 bedroeg voor een werkloze vrouw 35 cent per dag. Daarvoor moest ze dan bij rijke mensen “strutskrobje” (straten schrobben) of “glêzewaskje” (glazenwassen).

 

De winter van 1931

De fotograaf van het familieweekblad Fen Fryske Groun bracht een bezoek aan Joure in de winter van 1930-1931. Hij had het geluk mee, want het leverde een prachtige plaat op van het oude klapbruggetje die vanuit de Pottenbakkerssteeg en ’t Zand de verbinding vormde met de Torenstraat. De foto werd op 13 februari 1931 geplaatst. Toen groeide mijn mem Swaantsje de Boer hier op. Dit bruggetje maakte later plaats voor een groter exemplaar toen het vrachtverkeer dat vereiste.  

 

De nieuwe brug

In de jaren 34 en 35 werd het schilderachtige bruggetje gesloopt om plaats te maken voor deze robuuste brug. Over dit brugdek liggen heel wat voetstappen van mij. Ook toen we al verhuisd waren naar de Dr. Wumkesstraat en vervolgens naar de Bûtsingel.  We gingen erover als we naar pake en beppe gingen die op ’t Zand woonden. En toen ik zes jaar was  moest ik deze brug nog dagelijks over om naar de Hervormde school, de voormalige armenschool, te gaan.  Het was de school waar mijn moeder en haar broers en zussen hun schooltijd ook hadden doorgebracht. Pas in 1964 kwam er een vaste overkluizing. Ik herinner met nog de afbraak en demping van het water. De zware, ronkende kiepauto’s, vol geladen met zand mengden hun geuren met die van de ladingen zand. Als ik soms eens op een locatie ben waar gegraven wordt, herken ik diezelfde geuren weer en denk ik terug aan de tijd van weleer in Joure, aan het Zand bij de Pottenbakkersstraat. Links op de foto, die gemaakt moet zijn toen de nieuwe brug net klaar was, zien we nog een stellage van de gasfabriek.  

Heit ondernam met succes pogingen om een nieuwe huurwoning te bemachtigen. Op de Dr. Wumkesstraat waren nieuwe huizen verrezen, een soort duplexwoningen met galerij. Ze konden het bovenwoninkje in het trappenhuis krijgen en waren dolgelukkig.

 

De schoonheid van ’t Zand 

Wat een schoonheid herbergde 't Zand toch, de straat waar pake en beppe woonden in het huis links op de foto, met die dakkapel. En links van de markies bevond zich de steeg waar heel wat klompstapjes van mij lagen. Daar vandaan was ik zo bij pake en beppe. Maar toen was ik nog klein. Later toen we verhuisden naar de Dr.Wumkesstraat was de route voor mij als kleuter te ver. Pas als schoolkind legde ik de route zelfstandig af, want de school stond hier ook net buiten beeld, wat achteraf. Wat kwam ik graag op ’t Zand om boodschappen te doen voor beppe. En dan kreeg je ook nog wat voor de moeite. Elke zaterdagochtend was ik daar wel mee in touw, want ook voor thuis dienden de winkels afgestruind te worden. Bakker, slager, groenteboer en kruidenier. Maar het hoorde erbij en de merkecent die ik kreeg was welkom. Die kwam in de spaarpot voor de kermis.
Eens was het hier nog schilderachtiger toen overtuintjes het beeld nog bepaalden. Maar die oude ansicht is meer dan een eeuw oud!
 

 

Joure - 't Zand 1906

 

Hervormde Lagere School, vroeger de Armenschool 

In Joure waren vroeger twee lagere scholen: de voorname Burgerschool bij het park Heremastate in de Midstraat en de Armenschool aan ’t Zand waar mijn moeder ook al naar school ging. Zij woonde destijds vlakbij deze school in een arbeidershuisje. Vader was kastmaker en moeder verdiende in de drukke decembermaand wat bij als bolkoerrinster van de bakker.

In 1843 was een oud Weverijgebouw door de gemeente opgekocht om er een zogenaamde armenschool van te maken. Deze school werd een jaar later in gebruik genomen. De school was bedoeld voor kinderen waarvan de ouders het schoolgeld niet konden opbrengen. Ik heb eens gelezen dat men bij een salaris van elf gulden of lager daarvoor in aanmerking kwam. Daarmee was dit toch de school geworden voor de minder gegoede burgerij. In 1928 werd de Armenschool opgeheven en samengevoegd met de Burgerschool. In 1919 waren beide namen trouwens al afgeschaft, hoewel ze nog heel lang bleven voortleven in het woordgebruik van de Jousters. Dit betekende overigens wel dat mijn moeder de school als Armenschool niet meer heeft bezocht want zij is geboren in 1920.

Grappig is het dat ik later op dezelfde school kwam en dat ik zelfs een van de meesters trof waarbij mijn moeder ook in de klas heeft gezeten: meester Bootsma, destijds hoofd der school maar reeds gepensioneerd toen ik bij hem in de klas zat. Het bleek in die tijd moeilijk om nieuw personeel aan te trekken, zodat de ‘oude meester’ z’n bordkrijtje maar weer eens oppakte. Ik had een bijzonder prettig jaar bij hem in de klas, dat dient gezegd te worden. Dat geldt trouwens voor alle leerkrachten die ik heb gehad; juf Walda (klas 1), meester Prins en De With (klas 2), meester Bootsma (klas 3), meester Banga (klas 4), meester Visser (klas 5) en meester Wijbenga (klas 6). Hij was het ook die met zijn adviezen mij op het spoor van het onderwijs wees. Van hem staat op Facebook een mooi filmpje, geplaatst bij zijn afscheid als hoofd der school, de school die inmiddels als Elias Annes Borgerschool bekend stond, een naam die mijn zus heeft bedacht toen een nieuw gebouw in gebruik werd genomen. En in dat gebouw heb ik weer heel wat stages met succes afgerond.  

Meester Wijbenga op Facebook

 

Armenschool op 't Zand

Het schoolplein lag voor de school, grenzend aan het water, zonder stek! Later kwam het plein achter de school te liggen, wat uiteraard veel veiliger was. Verplaatsing had ook te maken met het doorgaande verkeer over ’t Zand dat zich langs het water een weg baande van Torenstraat naar Molenweg en de Zijl.

 

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 |

 

Home

 

 


Disclaimer