In
de woning boven die van ons woont een mevrouw die bang is van duiven. Daartoe heeft ze op haar
houten balkonrand van die ijzeren haken laten aanbrengen, waarvan
iedereen weet dat een beetje duif daar totaal maling aan heeft. Zeker
een Amsterdamse duif. Dus alles nestelt vrolijk op haar balkon, waar ze
maar niet meer komt. Op zekere dag heeft haar hulp er de bezem doorheen
gehaald en en passant meteen maar even twee duivenbaby's het balkon
afgeveegd. Nou baby's, flinke kleuters zeg maar, die nog net de
tegenwoordigheid van geest hadden om iets wat op vleugels lijkt (wat zou
dit wezen) uit te slaan en naar ons balkon te zeilen. Daar gingen ze
samen in een hoekje zitten bibberen. Dus ik gauw een dekentje neergelegd
en een bakje water gegeven en de dierenambulance gebeld. Binnen een uur
stonden we met z'n vieren, twee potige medewerkers van de ambulance en
Wouter en ik naar de duifjes te kijken.
De
medewerkers spreidden de vleugeltjes van de kleintjes, die bleken in
orde. Er werd gezegd dat ze ze wel mee wilden nemen, maar dat ze gerust
op ons balkon konden blijven want dat de ouders niet ver weg zouden
zijn. Dus wij rondkijken in de bomen en inderdaad ontwaarden wij twee
duiven die ons nauwlettend in de gaten hielden. Ons balkon werd een
duivencrèche. Het balkon ligt aan onze slaapkamer dus we hebben wel een
paar weken gekoer en nestgedoe naast onze hoofdkussens gehad, maar ja,
je bent adoptieouders of je bent het niet.
Na
een week of twee vloog het eerste jong het balkonnest uit en liet z'n
kleine zus moederziel alleen achter. Het heeft zeker nog een week
geduurd voordat ook zij de sprong durfde te wagen. Ik zag haar wel
al af en toe op de rand van het balkon wippen van zal ik, zal ik ..., en
dan riep ik nee niet doen, je bent nog te klein.
Op
een zeker moment zat ze weer zo te wippen en toen viel ergens een deur
dicht en is ze van schrik weggevlogen. Maar niet ver, ze belandde op het
dak van ons tuinschuurtje, en ik zag de katers van het tuinenblok steeds
dichterbij sluipen. Wat te doen? Als we haar zouden proberen te pakken,
zou ze vrijwel zeker in de tuin van de buren belanden, waar de
tuintijgers haar inmiddels al juichend stonden op te wachten.
Dit
speelde zich af om half acht 's morgens en ik heb toch maar de buurman
gebeld of hij even vanuit zijn tuin het duifje in onze tuin kon jagen,
want dat ze terug moest naar balkon. Gelukkig heeft de buurman veel
gevoel humor, want ik weet zeker dat hij het een belachelijk gedoe vond.
Bovendien is zijn eigen kat gek op duif. Maar hij hoefde alleen maar
zijn hoofd te laten zien en het duifje vloog zelf terug naar haar
balkon, knap duifje. Na nog een paar dagen verliet ze voorgoed het nest,
en ik heb nog lang op straat naar duiven gekeken om te zien of zij het
was.
Gelukkig
hebben we de foto nog.
Op dit verhaal geïnspireerde
illustratie van mijn nichtje Manja Sofia Dijkstra
“Detail of the upper part of
the wall panels in the corridor of the Peace Palace,
manufactured by Koninklijke Porceleinfabriek Rosenburg, The
Hague (1911–1913).”
|
|