Oliebollen
Als er een keer per jaar de oliebollen gebakken werden, zaten
wij kleinkinderen aan de houten keukentafel
voor het raam, meestal net uit de teil gevist, met vette wangetjes van de
nivea. Oma stond dan met een doek om haar haar aan het oude
Etna-fornuis te bakken. De knapperige stukjes oliebol die in de olie
achterbleven mochten we dan vast opeten.
250 gram bloem
Ongeveer
5 gram zout
Half ei
12 gram gist
2½ dl. lauwe melk
1 ons rozijnen
(25 gram gesnipperde sukade; Oma had
het wel altijd in huis maar het is niet zeker of ze het in de
oliebollen deed).
1 gesnipperde appel
Olie
Poedersuiker
Bloem en zout mengen en een kuiltje
maken, hierin het halve ei doen. Het gist aanmengen met iets melk en
met de rest van de lauwe melk in het kuiltje schenken. Een glad
beslag maken (het beslag moet in stukken van de lepel vallen). De
gewassen en goed uitgelekte rozijnen, eventueel sukade, en appel toevoegen.
Beslag toedekken en op warme plaats ongeveer 1 uur laten rijzen. In de
tot de helft met olie gevulde pan met 2 vetgemaakte lepels
oliebollen vormen en in de olie laten glijden. Na ongeveer 3 min. de
bollen keren en in nog ongeveer 2 min. goudbruin bakken. Op keukenpapier
in een vergiet laten uitlekken en bestuiven met poedersuiker.
|